Versie 2.0 van de HAP heeft vier controleschalen, tien inhoudschalen en vier afgeleide schalen.
De controleschalen geven inzicht in de testhouding van de informant. Het betreft de positieve en negatieve beoordelingstendens, de instemmingstendens, inconsistente antwoorden en min of meer beantwoording. Met deze schalen kunnen de uitslagen gecorrigeerd worden voor antwoordtendensen.
De inhoudschalen zijn genoemd naar het aspect van de persoonlijkheid dat overeenkomt met een hoge schaalscore. Het zijn: sociaal afzijdig gedrag, onzeker gedrag, kwetsbaar in de omgang, somatiserend gedrag, wanordelijk gedrag, rigide gedrag, perfectionistisch gedrag, moeilijk in de omgang, zelfingenomen gedrag en grillig en impulsief gedrag.
Met de afgeleide schalen wordt de persoonlijkheid gescreend op de tien persoonlijkheidsstoornissen van de DSM-5 en de uitslag op drie hogere orde factoren. Dat zijn internaliserend/neurotisch, compulsief en externaliserend/antagonistisch. Tot slot is het mogelijk om uitspraken te doen over de waarschijnlijkheid van de neiging tot agressie en autisme.
De originele HAP meet kenmerken van de premorbide persoonlijkheid. Dat is de persoonlijkheid zoals die was vóór sprake was van de huidige psychische aandoening. Daarnaast bestaan twee versies van de vragenlijst die de tegenwoordige kenmerken van de persoonlijkheid vaststellen. Dat zijn de HAP-t (t van tegenwoordige tijd) en de aangepaste verpleeghuisversie van de HAP-t.
De HAP heeft vijf normgroepen: Generalistische Basis-ggz, V&V sector, Specialistische GGZ ouderen, huisartspatiënten ouderen en Vlaamse ouderen. De HAP-t kent drie normgroepen: Generalistische Basis-ggz, Licht Verstandelijk Beperkten (IQ 50-85), en V&V Gerontopsychiatrie).
De ontwikkeling van HAP versie 2.0 wordt beschreven in de Handleiding van de Hetero-Anamnestische Persoonlijkheidsvragenlijst. Deze is te bestellen in de webshop.