•Sociaal Afzijdig Gedrag•Onzeker Gedrag•Kwetsbaar in de Omgang•Somatiserend Gedrag•Wanordelijk Gedrag
•Rigide Gedrag•Perfectionistisch Gedrag•Moeilijk in de Omgang•Zelfingenomen Gedrag•Grillig en Impulsief Gedrag.
H.P.J. Barendse & A.J.C Thissen
InleidingDe Hetero- Anamnestische Persoonlijkheidsvragenlijst (H.A.P.) is een gevalideerde en genormeerde informanten vragenlijst voor de vaststelling van premorbide persoonlijkheidskenmerken.De vragenlijst wordt ingevuld door iemand die de betrokken persoon goed kent. Dat is meestal een partner, kind of ouder. Het kan ook een ander familielid, vriend of een zorgverlener zijn. Voorwaarde is dat de informant de persoon goed kent in diens persoonlijke leefsfeer. De lijst kan gebruikt worden wanneer persoonlijkheidsonderzoek door middel van zelfbeoordeling niet goed mogelijk is of als aanvulling op onderzoek met zelfbeoordelingsvragenlijsten.De H.A.P. is geschikt voor beoordeling van aspecten van de persoonlijkheid die voor de klinische praktijk relevant zijn en voor de screening van persoonlijkheidspathologie.De vragenlijst is oorspronkelijk ontwikkeld voor de ouderenzorg, maar blijkt bruikbaar voor volwassenen van alle leeftijden. Er is ervaring opgedaan met de H.A.P. in het algemeen ziekenhuis, revalidatiecentra, psychiatrische ziekenhuizen, de ambulante GGZ, de eerstelijnspsychologie, verpleeg- en verzorgingstehuizen, dak- en thuislozenzorg en de forensische psychiatrie. Onderzoek en praktijk hebben uitgewezen dat de H.A.P. ook in Vlaams taalgebied bruikbaar is.Er bestaat sinds okt 2012 een tegenwoordige tijd-versie, de zogenaamde H.A.P-t. Deze H.A.P-t blijkt goed bruikbaar in de zorg voor licht verstandelijk beperkten (IQ 50 en hoger) en is voor deze doelgroep genormeerd. Met de inhoudschalen wordt de persoon op tien persoonlijkheidskenmerken beoordeeld. Dit zijn:Daarnaast worden twee beoordelingstendensen van de informant bepaald: de Positieve Beoordelingstendens en de Negatieve Beoordelingstendens.De uitslagen op de inhoudschalen worden gecorrigeerd voor het positieve of negatieve oordeel van de informant. De vragenlijst is genormeerd voor de populatie de populatie verpleeghuiscliënten, voor ouderen die gebruik maken van psychiatrische voorzieningen en voor cliënten in de eerstelijnspsychologische praktijk. De populaties zijn uitgesplitst in mannen en vrouwen. De beantwoording van 62 vragen op een 3-puntsschaal duurt 10 tot 15 minuten. Het handmatig uitwerken kan in tien minuten plaatsvinden. Er is software beschikbaar waarmee na het intypen van de ruwe antwoorden onmiddellijk een profiel zichtbaar wordt.
Afname HAP kan onlineHAP (en HAP-t) zijn nu ook af te nemen via internet, via Telepsy (www.telepsy.nl). In Telepsy zijn de nieuwe, verbeterde correctiefactoren en normen ingebouwd. Er zijn HAP-normen voor oudere huisartspatiënten (60 jr en ouder); v&V-sector; ggz ouderen en cliënten (vanaf 18 jaar) in een eerstelijns psychologenpraktijk (ELP). Voor de HAP-t zijn er normen voor licht verstandelijk beperkten (IQ 50-85); gerontopsychiatrische verpleeghuisbewoners; en ELP. Hoe werkt het? De psycholoog krijgt het mailadres van een informant en stuurt een linkje namens zijn instelling/praktijk. De informant klikt op het linkje en komt vanzelf in de vragen terecht. Wanneer de vragen zijn beantwoord, krijgt de psycholoog een mail. Als zij inlogt, wordt achter de schermen de uitslag van de HAP meteen zichtbaar. Telepsy is een laagdrempelige e-health- en testprovider die een groot arsenaal aan vragenlijsten (zie www.telepsy.nl/testotheek) aanbiedt tegen een scherpe prijs (naast nog andere e-health diensten). Eerder waren HAP en HAP-t al ingebouwd bij Quest manager (van Vital Health), ook met de verbeterde correctiefactoren en normen.Zie: https://www.vitalhealthsoftware.nl/oplossingen/vitalhealth-questmanager
CONTROLESCHALENPOSITIEVE BEOORDELINGSTENDENS (POS)Met de schaal Positieve Beoordelingstendens wordt geschat in welke mate de informant bij de beantwoording van de vragenlijst gedragskenmerken van de beoordeelde persoon gunstiger heeft weergegeven dan deze in werkelijkheid waren. NEGATIEVE BEOORDELINGSTENDENS (NEG) Met de schaal Negatieve Beoordelingstendens wordt geschat in welke mate de informant bij de beantwoording van de vragenlijst gedragskenmerken van de beoordeelde persoon ongunstiger heeft weergegeven dan deze in werkelijkheid waren. INHOUDSCHALENSCHAAL 1: SOCIAAL AFZIJDIG GEDRAG (SOC) Met de schaal Sociaal Afzijdig Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon sociale contacten aan ging en zich gesloten gedroeg. SCHAAL 2: ONZEKER GEDRAG (ONZ) Met de schaal Onzeker Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon blijk gaf van gebrek aan vertrouwen in eigen handelen. SCHAAL 3: KWETSBAAR IN DE OMGANG (KWE) Met de schaal Kwetsbaar in de Omgang wordt vastgesteld in welke mate de persoon blijk gaf zich ondergewaardeerd en afgewezen te voelen. SCHAAL 4: SOMATISEREND GEDRAG (SOM) Met de schaal Somatiserend Gedrag wordt vastgesteld in welke mate bij de persoon psychische spanning tot uitdrukking kwam in de vorm van lichamelijke klachten. SCHAAL 5: WANORDELIJK GEDRAG (WAN)Met de schaal Wanordelijk Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon ongestructureerd gedrag vertoonde. SCHAAL 6: RIGIDE GEDRAG (RIG) Met de schaal Rigide Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon moeilijkheden ondervond bij het aanpassen aan veranderende omstandigheden. SCHAAL 7: PERFECTIONISTISCH GEDRAG (PERF) Met de schaal Perfectionistisch Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon nauwgezet gedrag vertoonde. SCHAAL 8: MOEILIJK IN DE OMGANG (OMG) Met de schaal Moeilijk in de Omgang wordt vastgesteld in welke mate het gedrag van de persoon moeilijk was te hanteren door anderen. SCHAAL 9: ZELFINGENOMEN GEDRAG (ZELF) Met de schaal Zelfingenomen Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon zichzelf op de voorgrond stelde. SCHAAL 10: GRILLIG EN IMPULSIEF GEDRAG (GRIL)Met de schaal Grillig en Impulsief wordt vastgesteld in welke mate de persoon zich onevenwichtig gedroeg.
Casus: Een voorbeeld uit de ouderenpsychiatrie (fictief)AanmeldingsproblematiekHet onderzoek betreft een vrouw van 79 jaar. Tot twintig jaar geleden bestonden langdurige ambulante contacten met instellingen van de geestelijke gezondheidszorg. Een formele psychiatrische diagnose uit die tijd is niet bekend. Onlangs werd cliënte door de huisarts aangemeld vanwege psychotische decompensatie. Kort daarvoor was cliënte verhuisd naar een zorgcentrum. Interpretatie van het HAP-profielDe afname van de H.A.P. vond plaats in het kader van beperkt persoonlijkheidsonderzoek in de intakefase. Daarnaast werd gevraagd om een omgangsadvies voor het personeel van het verzorgingshuis. Cliënte gaf toestemming voor het onderzoek en de verstrekking van het advies. Haar enige kind (zoon) vulde de vragenlijst in.
NB Alle op deze website weergegeven casussen en/of afbeeldingen zijn fictief
Casus: Een voorbeeld uit het Verpleeghuis (fictief)UitgangssituatieHet betreft een 76-jarige weduwe die na het overlijden van haar partner problemen krijgt met het zelfstandig functioneren als gevolg van de Ziekte van Alzheimer. Zij was huisvrouw en moeder van drie kinderen. Bij opname in het verpleeghuis op een gesloten afdeling vertoont zij bij vlagen agressief gedrag, op andere momenten depressief gedrag. Zij probeert steeds te ontsnappen en kan zich niet neerleggen bij de opname. Zij is hierin in wisselende mate te bereiken. Op sommige momenten lijkt zij de noodzaak van opname te begrijpen, op andere momenten wil zij alleen maar weg. Medicatie weigert ze, en hulp bij de verzorging weert ze af. Soms heeft huilbuien waarin ze een doodswens uit. De H.A.P. wordt ingevuld door een dochter. Verslaglegging H.A.P. AntwoordtendensDe lijst is door de dochter consistent ingevuld met een licht negatieve antwoordtendens. Het profiel lijkt valide, de licht negatieve antwoordtendens past bij de beschreven persoonlijkheid.Beschrijving van de persoonlijkheidMw. wordt omschreven als zeer onzeker en hypergevoelig voor afwijzing of kritiek.Zij voelde zich gauw verkeerd behandeld. Zij kon zich temperamentvol uiten en soms humeurig zijn.Hoewel zij enige spanning ervoer in contacten en wat op zichzelf was, kon zij wel genieten van bekend gezelschap. Zij stelde zichzelf niet bijzonder op de voorgrond. Zij had enige moeite zich aan te passen aan anderen, ging graag haar eigen gang.Soms kon zij wantrouwend zijn. Echter, zij was wel voor rede vatbaar en hield zich aan afspraken. Zij was betrouwbaar. Zij was netjes, hardwerkend en stelde hoge eisen aan zichzelf.Zij was snel bezorgd over haar gezondheid.
NB Alle op deze website weergegeven casussen en/of afbeeldingen zijn fictief
Casus: Een voorbeeld uit het Verpleeghuis (fictief)ProfielinterpretatieOp drie schalen is sprake van een hoge score, hetgeen een aanwijzing geeft voor een minder goed aangepaste persoonlijkheid (persoonlijkheidsproblematiek) en psychische kwetsbaarheid. De hoge scores op Onzeker gedrag (ONZ), Kwetsbaar in de omgang (KWE) en Somatiserend gedrag (SOM) wijzen op stressgevoeligheid. Op stress reageerde zij met somatisatie, terugtrekking/vermijding of wantrouwen. Mw was verder nauwgezet (lage score Wanordelijk gedrag) en perfectionistisch (hoge score Perfectionisch Gedrag). Ze wilde een goede indruk maken, beschikte over zelfdiscipline en wilde zelf zaken onder controle houden. De scores op Sociaal Afzijdig gedrag (SOC), Moeilijk in de Omgang (OMG) en Kwetsbaar in de omgang (KWE) wijzen op interpersoonlijke kwetsbaarheid. Ze had moeite anderen volledig te vertrouwen. Ze hield de zaken liever in eigen hand. Ze voelde zich snel gepasseerd en had daardoor soms minder oog voor de positie van de ander. Ze kon agerend zijn. Tegelijk was ze onzeker en had ze steun of bevestiging nodig.
NB Alle op deze website weergegeven casussen en/of afbeeldingen zijn fictief
Casus: Een voorbeeld uit het Verpleeghuis (fictief)Advies mbt omgang, begeleiding of behandeling •Mw voelt zich snel bedreigd. Ze heeft veel behoefte aan veiligheid, structuur en bescherming. Daarnaast is ze recent weduwe geworden zonder dat ze dit allemaal goed kan overzien door haar geheugenfunctie. Ze reageert snel angstig op onbekende situaties en heeft het door de opname extra moeilijk, zodanig dat ze zich soms suïcidaal uit. Wees daarom vóór alles hartelijk en toon begrip voor haar belevingen, ook als ze onredelijk of kwaad is. •Houd rekening met onderliggend angstniveau. Ze kan agressief reageren, echter alleen wanneer ze zich in het nauw gebracht voelt (afweer- of frustratieagressie). •Wees zeer terughoudend met correctie of kritiek: dit leidt mogelijk tot opwinding of agressie. Wijs haar niet op fouten, stuur bij zonder missers te benoemen.•Toon begrip voor haar gevoelens van frustratie over de opname. Probeer niet haar te overtuigen dat opname het beste is. Uitleg alleen geven wanneer ze er zelf naar vraagt. •Help mw (en laat haar) zoveel mogelijk haar eigen plek / structuur vinden.•Laat mw zoveel mogelijk zichzelf aankleden etc. Zij is daartoe nog in staat. Dring haar zo min mogelijk op, maar faciliteer bijv. door de kleren klaar te leggen. Geef haar keuzemogelijkheden: ‘Wilt u aan deze tafel zitten bij de dames, of liever alleen aan een tafel?’ •Wees hartelijk, maar houd enige afstand. Nabijheid roept spanning op, enige afstand voelt voor haar in eerste instantie veiliger. •Mw kan wel profiteren van een geleidelijk opgebouwd vertrouwenscontact, d.w.z. speciale band met bepaalde verzorgende. Dit heeft tijd nodig. •Mw houdt van orde en uiterlijke netheid. De aandacht kan gericht worden op het haar gezellig laten inrichten van haar kamer (met daarin ook eigen spullen zodat ze zich niet zo afgesneden voelt van haar oude leven) en op uiterlijke verzorging. Of op een bijdrage aan huishoudelijke taken. •Mw houdt ervan om van tijd tot tijd het groepsgezelschap te ontlopen en zich terug te trekken. Een dagelijkse wandeling onder begeleiding buiten de afdeling zou haar goed doen. Daarnaast zou zij vertrouwder gemaakt kunnen worden met haar eigen kamer. •Lichamelijke klachten roepen mogelijk angst op: serieus nemen.
Casus: Een voorbeeld uit de Eerstelijn (fictief)Walter Hoveniers (45) meldt zich aan op verwijzing van de huisarts. De weken daarvoor heeft hij enkele paniekaanvallen doorgemaakt, waarbij hij bezorgd was een hartaanval te krijgen. Onderzoek van de huisarts wijst echter uit dat er geen reden is om Walter naar een cardioloog te verwijzen. Tijdens het intakegesprek geeft Walter aan niet geheel gerustgesteld te zijn door het onderzoek van de huisarts. De klachten zijn nog niet verdwenen, en ook nadien heeft hij weer een paniekaanval doorgemaakt. Walter is de jongste uit een gezin van vijf kinderen. Zijn vader overleed aan een beroerte toen Walter 17 jaar was, zijn moeder leeft nog. Walter is gehuwd en vader van twee zoons (14,9) en een dochter(11). In het gezin zijn er geen grote problemen. Walter is een toegewijd vader en de huwelijksrelatie lijkt stabiel. Op zijn werk als vertegenwoordiger dreigen er ontslagen als gevolg van de recessie en mismanagement. Daarnaast ervaart hij problemen in de samenwerking met een collega. De leiding erkent de problemen van deze man, maar er verandert niets. Op de H.A.P., ingevuld door zijn echtgenote, wordt blijk gegeven van een perfectionistische man (boven gemiddelde score op Perfectionistisch gedrag (PERF)) die niet zo flexibel is (boven gemiddelde score op Rigide gedrag (RIG)) en snel bezorgd is om zijn gezondheid (hoge score op Somatiserend gedrag (SOM)). Hij is ordelijk (lage score op Wanordelijk gedrag (WAN)) en neigt zich aan te passen (beneden gemiddelde score op Moeilijk in de omgang (OMG) en Kwetsbaar in de omgang(KWE)). Hij is betrouwbaar en gelijkmatig (lage score op Grillig en impulsief gedrag) en toont niet veel onzekerheid (beneden gemiddelde score op Onzeker gedrag (ONZ)), is bescheiden (lage score op Zelfingenomen gedrag (ZELF)), maar kan wel voor zichzelf opkomen (item 32). Profielinterpretatie van de H.A.P. geeft het beeld van een tamelijk controlegerichte, plichtsgetrouwe man die relatief weinig uiting geeft aan onvrede of onzekerheid. Er lijkt sprake van obsessief-compulsieve en overdekt afhankelijke persoonlijkheidstrekken. Dit leidt tot de werkhypothese van de behandelaar dat agressie wordt geïnternaliseerd en zorgt voor extra stress. De stressklachten leiden tot lichamelijke gewaarwordingen die bij cliënt angst oproepen. Deze angst zou gerelateerd kunnen zijn aan het plotse verlies van zijn vader in zijn jeugd.
NB Alle op deze website weergegeven casussen en/of afbeeldingen zijn fictief
Psychometrische gegevensDe controleschalen Uit wetenschappelijk onderzoek is bekend dat persoonlijkheidsbeoordeling wordt beïnvloed door de waardering van de informant voor de beoordeelde. Om die reden heeft de H.A.P. twee controleschalen die beoordelingstendenzen meten. Dit zijn de schalen Positieve Beoordelingstendens en Negatieve Beoordelingstendens.Van 135 respondenten werden lijsten door twee of meer beoordelaars ingevuld. Op basis van deze gegevens konden correctiefactoren berekend worden. Met behulp van de uitslagen op de controleschalen worden de scores op de inhoudschalen gecorrigeerd voor vertekening.Bij de normering wordt gewerkt met gecorrigeerde scores. N.B. alle correlaties zijn significant op het niveau van p<.001
Betrouwbaarheid De schalen van de H.A.P. zijn samengesteld op basis van de eisen van het Rasch-model aangaande schaalbaarheid. Ze voldoen aan de eisen van unidimensionaliteit en lokaal stochastische onafhankelijkheid. In de tabel op de vorige pagina (deel 1) staan gegevens over de interne consistentie, interbeoordelaars betrouwbaarheid en test-hertest betrouwbaarheid. De interne consistentie is naar tevredenheid. Met relatief weinig items worden voldoende hoge alpha´s bereikt. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de interbeoordelaarsovereenkomst voor wat betreft persoonlijkheidskenmerken minder hoog is dan bij beoordeling van bijvoorbeeld capaciteiten. De gevonden correlaties zijn acceptabel. Op basis van individuele metingen met de H.A.P. kan redelijk betrouwbaar vastgesteld worden hoe de individuele uitslag zich verhoudt tot de normgroep. De betrouwbaarheid neemt toe door de beoordeling van een tweede informant. De test-hertest betrouwbaarheid is goed. Validiteit De concurrente validiteit van de H.A.P. werd onderzocht door gelijktijdige afname van de Quick Big Five. Dit is een korte vragenlijst die de 'Big Five' persoonlijkheidsdisposities meet en tevens geschikt is voor hetero-anamnestisch gebruik. Beide lijsten werden ingevuld door informanten van 293 personen uit de drie normpopulaties. Er werden sterke conceptuele verwantschappen vastgesteld tussen: Sociaal Afzijdig Gedrag en Introversie, Wanordelijk Gedrag en Nauwgezetheid (negatieve correlatie) en tussen Moeilijk in de Omgang en Aangenaamheid (negatieve correlatie). Verder zijn bijna alle hypotheses over minder sterke significante verbanden bevestigd.De criteriumvaliditeit werd verder bevestigd door onderzoek naar verbanden tussen hoge uitslagen op de H.A.P. en As I problematiek volgens de DSM IV gedurende de levensloop. De informanten van 161 ouderen vulden daarvoor naast de H.A.P. een tweede vragenlijst in. Hoge scores op bijna alle schalen van de H.A.P. gingen samen met meer psychische klachten gedurende de levensloop. Uit deze bevindingen kan afgeleid worden dat hoge scores op schalen van de H.A.P. klinisch relevant zijn en wijzen op psychische kwetsbaarheid. De predictieve validiteit werd onderzocht door vergelijking van de uitkomsten van de Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale Psychogeriatrie (G.I.P.) met de H.A.P. (n=130). Bij de groep licht/matig demente personen (begeleidingsbehoeftig) werden 15 significante verbanden gevonden tussen premorbide persoonlijkheid en gedragskenmerkenNormen De normen van de H.A.P. zijn gebaseerd op de gegevens van bijna duizend proefpersonen. Het betreft drie normgroepen. De normen van deze populaties zijn gedifferentieerd naar geslacht. De vragenlijsten werden verzameld in diverse settings. Voor de normgroep verpleeghuis (n = 528) werden data verzameld op: afdelingen somatiek, afdelingen psychogeriatrie, dagbehandeling en substitutieprojecten. Er bleken geen verschillen te bestaan in premorbide persoonlijkheidskenmerken tussen de verschillende settings. Aangenomen kan worden dat deze populatie de kenmerken van een normale populatie ouderen reflecteert. Meer dan 30 zorginstellingen participeerden in de dataverzameling. Voor de normgroep ouderenpsychiatrie (n = 242) werden data verzameld op: de Geriatrische Afdeling van het Psychiatrisch Ziekenhuis (GAPZ) en een afdeling voor ambulante behandeling van ouderen (ABvO). Het betreft afdelingen van het Circuit Ouderen van de Reinier van Arkel groep (voorheen GGz 's-Hertogenbosch). Voor de normgroep eerstelijnspsychologie (n = 592) werden data verzameld in de praktijken Barendse & Thissen, Kobussen & Partners te Rosmalen en Psychologenpraktijk Op ´t Veld te Cuijk.Er worden voortdurend data verzameld om de normgroepen uit te breiden. Te zijner tijd hopen wij nieuwe, verbeterde normen te presenteren voor diverse normgroepen.
COTAN beoordelingBEOORDELING VAN DE H.A.P.In december 2006 heeft de COTAN (Commissie Test Aangelegenheden Nederland) haar oordeel gegeven over de H.A.P. De commissie baseert zich op strenge richtlijnen en geeft haar oordeel in drie klassen: onvoldoende, voldoende, goed. IUitgangspunten bij de testconstructie: goedII aKwaliteit van het testmateriaal: goedII bKwaliteit van de handleiding: goedIIINormen: onvoldoendeIV Betrouwbaarheid: voldoendeVaBegripsvaliditeit: voldoendeVbCriteriumvaliditeit: voldoendeVoorlopige oordeel COTAN over de H.A.P.Bezwaar aangetekendDe commissie baseert haar onvoldoende voor de normen op het feit dat in de handleiding geen aandacht is gegeven aan de representativiteit van de steekproeven. De auteurs erkennen deze kritiek maar zijn van mening dat de representativiteit van de normen voor de verpleeghuispopulatie voldoende tot goed is, en voor de ouderenpsychiatrie voldoende. Om die reden is de aan COTAN gevraagd om het oordeel te herzien. Onze argumenten voor een herziening kunnen beschouwd worden als een supplement van de handleiding en kunnen gedownload worden (klik om te downloaden). De COTAN heeft hier op gereageerd. De reactie kunt u downloaden.
Interpretatie van het oordeel van de COTANDe hier weergegeven oordelen zijn die van de COTAN bij het ter perse gaan van de H.A.P. in februari 2006.Ter vergelijking geven we ook het oordeel van de COTAN voor een aantal in de ouderenzorg bekende vragenlijsten en tests. In de laatste kolom staat het percentage ‘onvoldoende’ van alle door de COTAN beoordeelde tests.Bron: Documentatie van test en testresearch in Nederland (Evers e.a. 2000)Ter vergelijking ook de beoordeling van in de klinische praktijk veel gebruikte persoonlijkheidsvragenlijsten.Bron: Documentatie van test en testresearch in Nederland (Evers e.a. 2000)
HAP-t: de Tegenwoordige Tijd versie van de HAP De HAP-t bevat dezelfde items als de HAP, maar in dit geval zijn de items in de tegenwoordige tijd geformuleerd. De items meten de persoonlijkheid zoals die tot uiting komt in het dagelijks leven. De informant wordt gevraagd terug te denken aan het afgelopen jaar. De HAP-t is daarmee een gedragsobservatie-instrument dat aspecten van de persoonlijkheid meet. De lijst is geschikt om in te vullen voor beroepskrachten die cliënten in een instellingscontext kunnen observeren. Maar ook kan gebruikt worden om het gedrag van cliënten in de thuissituatie uit te vragen via familieleden. De HAP-t kan gebruikt worden in de zorg voor verstandelijk beperkten (IQ vanaf 50), V&V sector, psychiatrie, forensische psychiatrie en klinische revalidatie. De psychometrische kwaliteiten hiervan de HAP-t zijn onderzocht en vergelijkbaar met die van de HAP. Ook de factorstructuren die in diverse populaties worden gevonden met de HAP en de HAP-t zijn vergelijkbaar. Dit betekent dat de HAP en de HAP-t dezelfde persoonlijkheidsdimensies meten in diverse populaties. De HAP-t is vooralsnog alleen genormeerd voor cliënten met een verstandelijke beperking (IQ van 50 tot 85). Er zijn aparte normen voor mannen en vrouwen. Er is een aangepaste versie van de HAP-t ontwikkeld voor gebruik in het somatisch verpleeghuis en/of verzorgingshuis. Enkele items zijn aangepast zodat ze meer van toepassing zijn in deze setting. Deze aangepaste verpleeghuisversie is nog onofficieel. Er worden momenteel data mee verzameld. Mocht u interesse hebben in deze versie neemt u dan contact op met de auteurs via info@hapsite.nl. U kunt de HAP-t hierbestellen. De HAP-t wordt in een startpakket geleverd met: de oorspronkelijke handleiding van de HAP, een supplement HAP-t waarin de psychometrische informatie vindt aangaande de HAP-t, 25 vragenlijsten, en een cd met software waarmee u de resultaten snel kunt berekenen (draaiend onder MS Excel) met 25 credits (het recht de lijst 25x te berekenen). Een startpakket kost 185 euro incl. BTW en verzendkosten.
Psychometrische kwaliteiten van de HAP-tInterne consistentieBij de interne consistentie wordt over het algemeen gestreefd naar waarden groter of gelijk aan .70. Alle inhoudsschalen voldoen, alleen de Negatieve Beoordelingstendens valt lager uit (.57). Omdat dit een controleschaal betreft is dit minder bezwaarlijk. InterbeoordelaarsbetrouwbaarheidBegeleiders in de zorg voor licht verstandelijk beperkten vulden onafhankelijk van elkaar de HAP-t in over eenzelfde cliënt. De intraclasscorrelatie varieert van .59 voor Onzeker Gedrag tot .81 voor Zelfingenomen Gedrag. Dit is vergelijkbaar met de resultaten gevonden met de oorspronkelijke HAP en even goed of beter dan gevonden in internationaal wetenschappelijk onderzoek met persoonlijkheidsvragenlijsten. Het gemiddelde scoreverschil tussen informanten varieert van 0.45 tot 0.66 standaarddeviatie (tussen 1 en 2 punten). Dit betekent dat, hoewel er verschillen worden gevonden tussen informanten, deze gemiddeld duidelijk kleiner zijn dan de verschillen tussen beoordeelde personen (het gemiddelde verschil is namelijk 1 standaarddeviatie).Tabel: Interne consistentie (Cronbach's α) (n=229) en Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (intraclass correlatie, single measure) (n=106) van de schalen van de HAP-t
Convergerende validiteitDe tegenwoordige tijd-versie van de HAP werd speciaal ontwikkeld voor gebruik in de groep licht verstandelijk beperkten en zwakbegaafden (IQ 50-85). Er werd verwacht dat de factoren van de oorspronkelijke HAP corresponderen met de factoren van de HAP-t. Om dit na te gaan werd op de ruwe schaalscores een principale componenten analyse (PCA) met varimax-rotatie toegepast en deze vergeleken met een doelgroep die qua leeftijdsverdeling het meest correspondeerde, nl. de populatie eerstelijns psychologenpraktijk cliënten (n=841). Beide principale componenten analyses leveren een drie componenten oplossing. De mate van congruentie tussen de factoren werd berekend met de congruentiecoëfficiënt. Factoren worden als congruent beschouwd wanneer de coëfficiënt hoger is dan 0.93. De congruentiecoëfficiënten waren resp. 0.98, 0.99 en 0.93. Ongeacht de verschillen in leefsituatie, intelligentie, informanten en vragenlijst (actueel gedrag versus premorbide gedrag) kunnen we stellen dat er sprake is van congruentie tussen de drie factoren van de HAP en HAP-t.NormgroepenEr zijn normen ontwikkeld voor de doelgroep licht verstandelijk beperkten (IQ 50-85) vanaf 18 jaar (n=229). Omdat op slechts twee schalen significante verschillen werden zijn alleen voor deze twee schalen aparte normen voor mannen (n=114) en vrouwen (n=115) gehanteerd. De normgroepen zijn opgenomen in de software van de HAP.
Zoals aangekondigd is er gebruiksvriendelijke software ontwikkeld voor snelle berekening van H.A.P.-scores.Wij kunnen u deze nu ter verkoop aanbieden.Het programma werkt onder Microsoft Excel en is zeer gemakkelijk te installeren.U voert de ruwe antwoorden in zoals ze op de lijst gegeven zijn. Dit kost ca. 3 minuten tijd. Hiernaast ziet u een voorbeeld van een leeg scoreblad (oranje) met daar bovenop een ingevuld scoreblad (groen).
NB Alle op deze website weergegeven casussen en/of afbeeldingen zijn fictief
Met één druk op de knop krijgt u :•Grafieken van :ode relatieve scores (percentage per schaal gescoord) ode normscores (exacte percentielscores ten opzichte van de gekozen normgroep)•Een tabel met : ode ruwe scores ode relatieve scores ode gecorrigeerde scores ode normscores ode kwalitatieve aanduidingen•Een overzicht van de vragen en ingevulde antwoorden, per schaal gerangschikt (handig voor item-analyse). •De grafieken en de tabel zijn overzichtelijk op 1 A4-vel uit te printen.•De vragen en ingevulde antwoorden per schaal zijn handig op 2 A4-vellen uit te printen.
AanschafDe software kan alleen worden aangeschaft in combinatie met de handleiding en vragenlijsten. Degenen die al een handleiding en vragenlijsten hebben besteld krijgen een speciale aanbieding per mail. Voor anderen is de software te bestellen als startpakket voor 175 euro. Dit bestaat uit de handleiding, 25 vragenlijsten en de software met 25 credits. De software werkt volgens een credit-systeem. U kunt credits nabestellen in combinatie met nieuwe H.A.P.-vragenlijsten. De prijs voor een credit in combinatie met een vragenlijst ligt rond de 2 euro. Zie voor exacte prijzen bestellingen.
Eigenschappen van het geautomatiseerde programma :•Het programma corrigeert automatisch voor niet-ingevulde items.•Wanneer teveel items van een schaal open worden gelaten, wordt de score van de desbetreffende schaal niet berekend.•Het programma waarschuwt indien de antwoorden niet allemaal worden ingetypt.•Er is altijd de mogelijkheid om te kiezen tussen 6 normgroepen namelijk: verpleeghuis mannen, verpleeghuis vrouwen, ouderenpsychiatrie mannen, ouderenpsychiatrie vrouwen, eerstelijnspsychologie mannen en eerstelijnspsychologie vrouwen.•H.A.P.-profielen worden per cliënt opgeslagen in een afzonderlijk bestand en kunnen later weer worden ingekeken.•Zowel bruikbaar voor H.A.P. als H.A.P-t •Normen voor verpleeghuis (v&v sector), ouderenpsychiatrie, eerstelijnspsychologenpraktijk en verstandelijk beperkten met IQ vanaf 50 (HAP-t)•Afzonderlijke normen voor mannen en vrouwen Voordelen van de geautomatiseerde HAP :•U bespaart ongeveer een kwartier tijd met het uitwerken van de lijst.•U hoeft geen berekeningen uit te voeren. Bij correcte invoer van de gegevens bent u verzekerd van een juiste uitkomst.•Uitkomsten worden weergegeven in overzichtelijke grafieken en tabellen. Dit vergemakkelijkt de interpretatie van de uitkomsten.•U kunt de cliënt met verschillende normgroepen vergelijken, zonder dat u de gegevens opnieuw hoeft in te voeren.
De AuteursHarry Barendse,Harry Barendse, Gezondheidszorgpsycholoog (BIG) en gekwalificeerd eerstelijnspsycholoog (NIP), deed in 1990 doctoraal examen in de psychologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Postdoctoraal specialiseerde hij zich in de neuropsychologie, cognitieve-gedragstherapie en kortdurende psychodynamische psychotherapie. Hij werkte ongeveer tien jaar in verpleeghuizen van de van Neijnselgroep in ’s-Hertogenbosch en tien jaar bij de divisie ouderen van de Reinier van Arkel groep in 's-Hertogenbosch. Sinds 1996 combineert Harry zijn werkzaamheden in instellingen in de ouderenzorg met werkzaamheden als eerstelijnspsycholoog. Samen met Toine Thissen is hij sinds 2008 praktijkhouder van psychologenpraktijk Thissen & Van de Berg te Schijndel.Hij doet aan de Vrije Universiteit van Brussel (VUB) een promotiestudie omtrent de HAP. (Co-) promotores zijn Gina Rossi, Bas van Alphen en Karel Oei.Toine Thissen,Gezondheidszorgpsycholoog (BIG) en gekwalificeerd eerstelijnspsycholoog (NIP), deed in 1989 doctoraal examen in de psychologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij werkte acht jaar als docent op de sectie Psychogerontologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen in combinatie met banen in verschillende verpleeghuizen. Sinds 2001 combineerde hij werkzaamheden in de ouderenzorg met werken als eerstelijnspsycholoog. Sinds 2008 werkt hij volledig als eerstelijnspsycholoog en praktijkhouder van psychologenpraktijk Barendse & Thissen te Schijndel.
Cursus Toepassing en Interpretatie van de H.A.P. voor PgD-ledenJaarlijks organiseert de Psychogeriatrische Dienst (PgD) voor haar leden de cursus Toepassing en Interpretatie van de H.A.P. De inhoud van de cursus komt overeen met de gelijknamige cursus die wij ook open-inschrijving aanbieden. DocentToine Thissen, co-auteur (psychogerontoloog, gz-psycholoog, eerstelijnspsycholoog)DoelgroepPgD-leden.Indien de cursus niet vol raakt is er ook plaats voor niet-leden van de PgD.Plaats en TijdNog Nader te bepalen.InschrijvingGeïnteresseerden in deelname vinden informatie op de website van de www.PgDexpertise.nl/agenda.Er is plaats voor max. 18 deelnemers, op volgorde van inschrijving.
Cursus Toepassing en interpretatie van de Hetero-Anamnestische Persoonlijkheidsvragenlijst (H.A.P.)Datum: Vrijdag 15 juni 2018 van 9.30 uur – 17 uurPlaats : De Oude Werkplaats, Tweede Oude Heselaan 121 (5 min. lopen vanaf Station Nijmegen)Kosten: 149,- (incl. eenvoudige lunch)Er is plaats voor max. 15 deelnemers. Inhoud cursusIn de cursus ligt de nadruk op het praktisch werken met de H.A.P. De cursus bestaat uit een theoretisch dagdeel (ochtend) en een ´workshop´ (middag). Er wordt ruimschoots gelegenheid geboden voor het bespreken van uw vragen en/of ervaringen in het werken met de H.A.P. In het theoretisch deel (ochtend) wordt aandacht gegeven aan de toepassingsmogelijkheden van de H.A.P. en aan de klinische interpretatie van de uitkomsten. De theorie wordt afgewisseld met oefeningen. Aan bod komen:-indicatie voor afname -diagnostische mogelijkheden en beperkingen-betekenis van de inhoudschalen-profielinterpretatie: typische profielen van de H.A.P. (‘clusters’)-nieuwe (recente) ontwikkelingen met de H.A.PDe geboden informatie is grotendeels een aanvulling op de handleiding. De cursisten ontvangen een werkboek met de power point presentatie.In de workshop (middag) wordt meer geoefend en worden door de cursisten ingebrachte casuïstiek besproken. Daarbij liggen de accenten op - interpretatie van de resultaten- benutting van de resultaten voor behandeladvies of omgangsadvies en de wijze van rapportage. - richtlijnen voor verslaglegingIedere deelnemer dient één uitgewerkt profiel van de H.A.P. mee te nemen, liefst in digitale vorm (Excel-file), anders in de vorm van tien papieren kopieën (niet alleen van de uitslagen maar ook van de antwoorden op de items). Om de besprekingen van de casus zo vruchtbaar mogelijk te laten verlopen wordt gevraagd deze minimaal twee dagen voor de cursus op te sturen per mail naar toine@psyschijndel.nl. DocentToine Thissen, co-auteur (psychogerontoloog, gz-psycholoog, eerstelijnspsycholoog)OpgevenOpgeven voor de cursus kan op: toine@psyschijndel.nl. Zet in de mail je naam, instelling waar je werkt en factuuradres
ActueelMomenteel zijn er meerdere onderzoeken gaande waarin de H.A.P. participeert. Hieronder vindt u een beknopt overzicht. Mocht u zelf over (vergelijkbare) gegevens beschikken die de verdere ontwikkeling van de H.A.P. ten goede kunnen komen, dan zijn wij daarin zeer geïnteresseerd en horen wij graag van u (zie ook onze verwijzingen onder de kopjes). WAALBEDstudie: samenhang met probleemgedrag in de psychogeriatrieIn het kader van een longitudinaal onderzoek naar het beloop van probleemgedrag onder psychogeriatrische verpleeghuisbewoners (n=310), uitgevoerd door het Universitair Verpleeghuis Netwerk Nijmegen is door de psychologen van de deelnemende huizen (o.l.v. dr. John Ekkerink) begin 2007 een H.A.P. nagezonden aan de informanten, met als doel om meer inzicht te verkrijgen in de samenhang tussen probleemgedrag en premorbide persoonlijkheid. Van de bewoners zijn een groot aantal gedrags- en belevingsaspecten gemeten. Een eerste publicatie van de resultaten van deze studie vindt u in het Tijdschrijft van Gerontologie en Geriatrie van juni 2010 onder de titel: ‘Boos, bedreigd of impulsief? Een onderzoek naar premorbide persoonlijkheid en agressie bij psychogeriatrische verpleeghuisbewoners’. Voor meer informatie over de waalbedstudie II zie de nieuwsbrief febr 2007 van het UVNN hierHAP-profielen bij PersoonlijkheidsstoornissenZowel bij de Reinier van Arkel Groep in ’s-Hertogenbosch als in het Academisch Ziekenhuis te Brussel is bij een aantal patiënten middels een gestructureerd klinisch interview (SCID-II) vastgesteld of er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis. Familieleden werden benaderd om een HAP in te vullen. Uiteindelijk werden van 79 personen combinaties verzameld. Doel is om meer inzicht te krijgen in HAP-profielen passend bij persoonlijkheidsstoornissen gediagnosticeerd middels zelfrapportage. Expertonderzoek.Middels een gefaseerd expertonderzoek zijn per persoonlijkheidsstoornis uit de DSM-IV HAP-items geselecteerd die indicatief of contra-indicatief zijn voor de stoornis. Momenteel wordt de praktische bruikbaarheid en empirische validering van dit systeem onderzocht. We stellen ons ten doel bij een hernieuwde uitgave van de handleiding van de H.A.P. dit systeem te introduceren.
Universiteit van Brussel: Geschiktheid van de H.A.P. voor gebruik in VlaanderenAan de vakgroep Persoonlijkheidspsychologie van de Vrije Universiteit Brussel is onderzoek uitgevoerd onder begeleiding van Prof. dr. Gina Rossi (expert in de Millon Clinical Multiaxial Inventory, MCMI-III) naar de validiteit en bruikbaarheid van de H.A.P. voor gebruik in Vlaanderen. Het taalgebruik stuitte niet op bezwaren. De gegevens van de H.A.P. bleken bij Vlaamse informanten en cliënten van vergelijkbare psychometrische kwaliteit als die in Nederland. De H.A.P. kan dus goed gebruikt worden in Vlaanderen.Prof Gina Rossi heeft de PACL (zie hieronder) vertaald voor het Nederlands taalgebruik. De PACL is gebaseerd op het persoonlijkheidsmodel van Millon. Zie ook verbetering H.A.P.Expertonderzoek in de forensische psychiatrieIn samenwerking met Prof. Karel Oei, hoogleraar forensische psychiatrie aande Universiteit van Tilburg wordt er expertonderzoek gedaan naar de bruikbaarheid van de H.A.P. in een forensische setting. Harry Barendse, Prof Oei en Bas van Alphen hebben recent (2009) gepubliceerd in het Tijdschrift voor Psychiatrie over het gebruik van informantenlijsten in de forensische psychiatrie. Inmiddels wordt gewerkt aan een herziening van eerder genoemd expertonderzoek. Het betreft beoordeling van de geschiktheid van de H.A.P. voor de vaststelling van de DSM-IV-TR, DSM V en ICD-10 persoonlijkheidsstoornissen. Bruikbaarheid GPS in de huisartsenpraktijkIn een door ZON-MW gefinancierd multicenter-onderzoek zal de bruikbaarheid van de Gerontologische Persoonlijkheidsstoornissen Schaal (GPS) in de huisartsenpraktijk onderzocht worden. Meerdere huisartsenpraktijken zullen hierin participeren. Bij oudere patienten zal de GPS afgenomen worden, terwijl een informant een H.A.P. invult. Dit onderzoek vindt plaats in 2010 en geleid worden door Bas van Alphen. Krystle Penders is de uitvoerend onderzoekster.
Verbeterde normen in de softwareCrossvalidering met een zelfbeantwoordingsvragenlijst (PACL)In sept 2010 is versie 1.10 van de software verschenen. Daarin zijn verbeterde normen voor de eerstelijnspsychologie opgenomen, gebaseerd op een grotere onderzoeksgroep (n=592).Inmiddels is versie 1.11 gelanceerd, waarin ook normen voor de HAP-t zijn opgenomen bij licht verstandelijk beperkten (IQ 50-85).In 2009 zijn we bij cliënten in een eerstelijns praktijk begonnen met het verzamelen van de PACL (zelfbeantwoording) in combinatie met een H.A.P. bij een informant (heteroanamnese). Inmiddels zijn meer dan 350 combinaties verzameld. Enerzijds dient dit onderzoek voor verdere validering van de H.A.P.-schalen, anderzijds om meer inzicht te krijgen in de toegevoegde waarde van de heteroanamnese naast de gangbare diagnostiek middels een zelfbeoordelingslijst. De PACL is een adjectievenlijst ontwikkeld in de USA door Stephen Strack. De lijst is gebaseerd op het model van Millon, waaraan oorspronkelijk ook de items van de H.A.P. ontleend waren. Klinische ervaring leert ons dat gevonden discrepanties tussen zelfbeoordeling en heteroanamnese kunnen wijzen op dysfunctionele cognities aangaande het eigen functioneren (overmatig positief of negatief) en soms een rol spelen in de relatiedynamiek met de informant. Anderzijds kunnen discrepanties ook wijzen op een vertekend beeld bij de informant: er kan sprake zijn van overmatige idealisering of devaluatie die mogelijk ook een rol speelt in de relatie met de informant.Onderzoek in eigen beheer: Ontwikkeling van ´clusters´ van samenhangende schaalscores en hun klinische betekenisOm het klinisch werken met de H.A.P. verder te ontwikkelen zijn wij in onze dataset ´ouderen´ (zowel verpleeghuis als psychiatrie) op zoek gegaan naar veel voorkomende samenhangende scores op verschillende schalen. Met behulp van non-parametrische clusteranalyse en case-studie werden uiteindelijk 8 clusters gedefinieerd. Bijna tweederde van de respondenten in de dataset kan in een (of meer) van deze clusters ondergebracht worden. Een cluster bestaat uit een samengaan van scores op minimaal 3 inhoudschalen. De clusters worden in de cursus Toepassing en Interpretatie van de H.A.P. gepresenteerd en geduid. Ze zijn herkenbaar en verwijzen naar bepaalde persoonlijkheidstypologieën. Ze zijn behulpzaam bij de profielinterpretatie van de H.A.P. Echter, verder onderzoek zal nodig zijn om de validiteit en betrouwbaarheid van deze clusters te onderschrijven.Verbeterde correctiefactorenWij streven ernaar om in een volgende uitgave van de handleiding de correctiefactoren waamee in de H.A.P. gewerkt wordt te verbeteren.Hiervoor dienen wij te beschikken over meervoudige beoordelingen d.w.z. dat voor éénzelfde persoon door twee of meer informanten (onafhankelijk van elkaar) een H.A.P is ingevuld. Bijv. voor een 74-jarige vrouw wordt zowel een H.A.P. ingevuld door een zoon, als door een zus. Mocht u over meervoudige beoordelingen beschikken, dan zouden wij daarvan graag de data ontvangen. Wij anonimiseren de data onmiddellijk, mocht u daar zelf niettoe in staat zijn.U kunt de Excel-files sturen naar info@hapsite.nl, of per post sturen naar Barendse & Thissen, Ericastraat 17, 5482 WR te Schijndel.Wij belonen iedere meervoudige beoordeling met 2 extra vragenlijsten en 2 credits bij een volgende nabestelling uit uw instelling.U dient dit dan wel duidelijk te vermelden.
PublicatiesLiteratuur over de H.A.P.Barendse HPJ, Thissen AJC, Rossi G, Oei TI, van Alphen SPJ. Psychometric properties of an informant personality questionnaire (the HAP) in a sample of older adults in the Netherlands and Belgium. Aging Ment Health. 2013; 17(5):623-9. doi: 10.1080/13607863.2012.756458. Barendse HPJ, Rossi G, Van Alphen SPJ. Personality disorders in older adults: expert opinion as a first step toward evaluating the criterion validity of an informant questionnaire (HAP). Int Psychogeriatr. 2014 Jan; 26(1):173-4. doi: 10.1017/S1041610213001312. Barendse HPJ, Thissen AJC. Handleiding van de Hetero-Anamnestische Persoonlijkheidsvragenlijst. Barendse & Thissen: ’s-Hertogenbosch, 2006. Barendse HPJ & Alphen SPJ van (2009). Moeilijkheden bij de diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen in de forensisch-psychiatrische setting: Toelichting op onderzoek naar de validiteit van de constructen antisociale, narcistische en borderline persoonlijkheidsstoornis van een informantenvragenlijst in de forensische setting. De Ark, 18(2), 16-17.Broeck, J van den, Barendse, HPJ , van Alphen, SPJ, Thissen, AJC & Rossi, G. (2012). Testdiagnostiek van persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: een praktijkgerichte benadering. Tijdschrift Klinische Psychologie, 42(1), 24-32.Thissen AJC, Ekkerink JLP, Mahler MM, Kuin Y, Wetzels RB, Gerritsen DL. Boos, bedreigd of impulsief? Een onderzoek naar premorbide persoonlijkheid en agressie bij psychogeriatrische verpleeghuisbewoners. Tijdschr Gerontol Geriatr 2010; 41, 116-125. Literatuur waarin aan de H.A.P. gerefereerd wordt.Alphen SPJ van, Bolwerk N, Videler AC, Tummers JHA, Royen RJJ van, Barendse HPJ, Penders KAP, Scheepers C, Verheul R. Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: delphi-onderzoek onder Nederlandse en Vlaamse experts over specifieke diagnostische en therapeutische aspecten, Tijdschr v Psychiatrie, 52, 375-386.Bas Van Alphen (redactie), september 2010, Hogrefe. Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen. Het eerste Nederlandstalige boek over diagnostiek en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen. Behalve een weergave van de huidige state-of-the- art worden er vele nuttige vakinhoudelijk aanbevelingen gedaan voor optimale zorg. Auteurs zijn leden van het Expertspanel Persoonlijkheid & Ouderen (EPO).Broeck J van den, Rossi G, Dierckx E. Diagnostiek van persoonlijkheid en persoonlijkheidspathologie bij ouderen. Tijdschr Gerontol Geriatr 2010; 41: 68-77. Cahn C, Allewijn M, Diesfeldt HFA. Premorbide persoonlijkheid en agressief gedrag bij bewoners van een psychogeriatrisch verpleeghuis. Tijdschr Gerontol Geriatr 2005; 36: 188-93. Mooi, B & Comijs, H. (Red.). Ouderen en persoonlijkheid. De klinische praktijk. Pearson, 2008.
Open de file, u ziet het blad met de grafieken.
Klik linksonder op het werkblad ‘score’.
U komt nu in het blad waarin u de ruwe scores hebt ingevuld.
Ga op het invulveld achter ‘Naam cliënt’ staan.
Verander de ingevulde naam in een geanonimiseerde code.
Sluit daarna de file, en sla de veranderingen op.
In de Windows verkenner moet u nog de naam van de file veranderen,
door de file te selecteren en via de rechtermuisknop ‘naam wijzigen’ te selecteren.
Helaas hebben we moeten constateren dat het veel gebeurt dat de brief met inlogcodes kwijt raakt.
U kunt een nieuwe codes aanvragen op info@hapsite.nl.
U ontvangt die dan per post (geef uw postadres door).
Aangezien wij geen mogelijkheid hebben na te gaan of er al credits gebruikt zijn,
hebben wij besloten € 15,- administratiekosten in rekening te brengen.
Het programma geeft automatisch het voorblad weer.
Op de website kunt u een bestelling voor nieuwe codes plaatsen,
u ontvangt dan een nieuwe code om te ontgrendelen.
Eerst kijkt u welke schaalscores ongeveer overeen komen (±1 punt ruwe score).
Over deze kenmerken zijn de beoordelaars het eens.
Bij de andere schalen neemt u – wanneer er géén reden is om aan de betrouwbaarheid/validiteit
van de antwoorden van een van de beoordelaars te twijfelen- de gemiddelde gecorrigeerde score.
Indien mogelijk kunt u de beoordelaars benaderen om hun antwoorden na te vragen.
Dat kan.
Het programma kan eenmalig geïnstalleerd worden in een aparte map.
De beheerder zorgt dat de potentiële gebruikers toegang hebben tot deze map.
Men kan alleen niet gelijktijdig het programma gebruiken, maar dat is in de praktijk geen bezwaar.
Dit kan te maken hebben met een Microsoft update en wel de Microsoft Office File Validation Security Pack.
Als deze verwijderd wordt van de terminal servers werkt het zoals het hoort.
Met dank aan: Gijs Onstenk, Systeembeheerder bij Stichting QuaRijn.
1. U heeft een eerder ingevulde vragenlijst waarschijnlijk verkeerd opgeslagen.
Als u de vragenlijst heeft opgeslagen onder de naam van het originele bestand, dan is deze overschreven met de ingevulde gegevens.
Dit kan gebeuren als de pc wordt afgesloten zonder de excel-bestanden af te sluiten.
2. U heeft het programma opnieuw geopend zonder dat u een eerder ingevulde vragenlijst heeft opgeslagen.
Beide kunt u oplossen door het door ons geleverde bestand, van de oorspronkelijke cd-rom, weer te kopiëren.
U kunt uw HAP-versie niet opwaarderen omdat steeds de foutcode 53 verschijnt.
Foutmelding 53 betekend dat er een bestand ontbreekt (verdwenen), verplaatst (u wilt hap gebruiken op een anderen computer) of niet benaderbaar is (bv rechten).
Uitleg.
HAP bestaat uit een tweetal bestanden waarbij u alleen HAP.xls ziet.
Het tweede bestand is een verborgen bestand op uw harde schijf.
Registratiecode en credits worden in beide bestanden bijgehouden en moeten dan ook dezelfde gegevens bevatten.
Indien dit niet het geval is zal HAP niet meer functioneren.
Duidelijk is nu zodra dat foutmelding 53 optreedt, dit het geval is.
Mogelijke oorzaken.
1. U werkt niet op dezelfde computer als voorheen.
2. Uw computer is opnieuw ingericht.
3. U bent gaan werken in bv een Citrix omgeving.
4. U logt in onder een verkeerde naam. (denk hierbij ook aan hoofd- en kleine letters.)
5. U heeft niet voldoende rechten (netwerk)
6. Het path ligt niet correct (netwerk) Neem hiervoor contact op met uw (netwerk)beheerder.